Schansen in Een

Een stukje geschiedenis…

De Zwartendijksterschans neemt een bijzondere plek in in de geschiedenis van Een. Deze schans, genoemd naar de oude naam van de weg waaraan hij lag, de Zwartendijk, maakt in de zestiende en de zeventiende eeuw deel uit van de Fries-Groningse waterlinie.
Dit verdedigingswerk ligt aan de enige zandweg die de stad Groningen met Steenwijk verbindt en voert dwars door het onbegaanbare moerasgebied in Noordwest-Drenthe. De ligging was dus zeer strategisch.

De huidige schans geeft echter een goede indruk van hoe het militaire bolwerk er vroeger uit moet hebben gezien. Het enige dat ontbreekt is het moerasgebied, de oorspronkelijke landschappelijke situatie waarbinnen de schans zijn functie had. De schans is een van de weinige nog bestaande schansen uit de Tachtigjarige Oorlog. De schans is vrij toegankelijk voor het publiek en ligt aan de huidige Schansweg; de weg die van Een naar Een-West loopt. Het bestaat uit een (meestal droge) gracht en vier bastions. De schans is vrij toegankelijk voor het publiek.

De Tachtigjarige Oorlog 1568 – 1648

In 1555 draagt Karel V de regering van de Nederlanden over aan zijn zoon Filips II. In de 16e eeuw zijn de Spanjaarden de baas in grote delen van het gebied dat later Nederland zal worden. Het verzet tegen de katholieke Spaanse overheersers groeit in de Noordelijke Nederlanden langzaam maar gestaag.

In 1568 probeert Willem van Oranje (stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht) Alva te verdrijven uit Brussel. Het kan gezien worden als de start van de Tachtigjarige Oorlog, waarin de gewesten een leger van opstandelingen vormen onder leiding van Willem van Oranje. Na zijn dood voeren zijn zonen, de prinsen Maurits en Frederik Henderik het bevel over dit ‘Staatse leger’. Om de omgeving te kunnen overzien en te controleren worden versterkte verdedigingswerken (schansen) gebouwd.

De Zwartendijksterschans wordt in 1593 in opdracht van Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, stadhouder en kapitein-generaal van Friesland en de Groninger Ommelanden, op een zeer strategische plek, de Zwartendijk, gebouwd. Het doel van de schans is om de weg van Groningen naar Friesland af te sluiten voor de Spanjaarden. De schans speelt een belangrijke rol in de strijd tussen Willem Lodewijk en de Spanjaard Verdugo, die tussen 1589 en 1594 de Spaanse stadhouder en kapitein-generaal is van Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen.

De stad Groningen, Drenthe en de Kop van Overijssel behoren in 1589 tot het gebied dat in Spaanse handen is. Friesland ziet echter kans om zich met succes te blijven verzetten tegen de Spaanse overheersing. Om Friesland te veroveren moet Spaanse strijdheer Verdugo met zijn leger over de Zwartendijk trekken, de enige weg die voor hem overblijft, nadat Willem Lodewijk een schans bij Leek heeft laten bouwen. Dankzij de droogte lukt het Verdugo om de Zwartendijksterschans op enige afstand over het moeras passeren, hoewel het geschut en de wagens met proviand nu en dan diep wegzinken in veenplassen. Het lukt hem echter niet om Friesland te veroveren. Op de terugweg plundert het Spaanse leger alle boerderijen in de buurt van de schans om ze daarna in brand te steken. In 1648 komt er een eind aan de Tachtigjarige oorlog, het Spaanse leger trekt zich terug uit de gewesten. Na de Tachtigjarige Oorlog raakte de schans in verval.

Wat is een schans?

Een schans is een militair kamp met wallen, grachten en bastions (de hoeken van de schans) waar de kanonnen op kunnen staan. De soldaten wonen in dit militaire kamp.
Schansen worden op een plek gebouwd waar de soldaten een groot terrein kunnen overzien en waar ze de vijand kunnen tegenhouden. Daarom vind je schansen langs wegen, rivieren of kanalen. Omdat grote gebieden in Drenthe in die tijd uit moeras bestaan, is er vaak maar één weg om langs te reizen. Als er aan die weg een schans staat, is het bijna onmogelijk om er ongezien langs te komen. Lange tijd is de Zwartendijk, de oude weg waaraan de schans komt te liggen, de enige verbinding tussen Drenthe en Friesland. De weg loopt dwars door het moeras.

Na de Tachtigjarige Oorlog opnieuw in gebruik

In 1648 wordt in Münster de vrede getekend en komt er een eind aan de Tachtigjarige oorlog. Het Spaanse leger trekt zich terug uit de gewesten en de schans raakt in verval.
De jaren na de Vrede van Münster verlopen voor een deel van de Nederlanden economisch erg voorspoedig. De schans raakt een aantal jaren in onbruik. De welvaart en de macht van de Republiek der Verenigde Nederlanden neemt snel toe; een situatie waarmee de ons omringende landen Engeland, Duitsland en Frankrijk op zijn zachtst gezegd weinig gelukkig zijn. Het leidt dan ook tot nieuwe conflicten. Achtereenvolgens worden de Engels-Nederlandse zee-oorlogen (1652 en 1655) en de Hollandse oorlog (het rampjaar van 1672) uitgevochten.

In 1672 deed de Münsterse bisschop Berhard von Galen (1606-1678, beter bekend als Bommen Berend) een aanval op Noord- en Oost-Nederland. Hij had zich in de Devolutie-oorlog aangesloten bij de Fransen, in ruil voor Nederlands grondgebied. Het was niet voor het eerst dat hij een aanval deed op de Republiek. In 1665 had hij een groot gedeelte van Oost-Nederland weten te veroveren. Hij moest het veroverde gebied een jaar later weer afstaan, maar de actie in 1665 had de nodige angst ingeboezemd in de Nederlanden.

Toen de bisschop in 1672 opnieuw de grenzen met een grote legermacht overtrok, brak er paniek uit. De ene na de andere stad in Oost-Nederland gaf zich over. Daarna richtten de Duitse troepen zich op het noorden. Belangrijkste doel was de stad Groningen. Aan het bestoken van de stad met explosieven en stinkbommen dankt Bernhard von Galen zijn bijnaam ‘Bommen Berend’. Ondanks deze bombardementen lukte het echter niet om de stad in handen te krijgen. En dus besloot de bisschop een omtrekkende beweging te maken – via Friesland.

In allerijl werd de oude Friese Waterlinie hersteld waaronder de Zwartendijksterschans. Er komen meer woonbarakken, de wal wordt verhoogd en versterkt met kanonnen en de omringende gracht wordt uitgediept. Ook worden de soldaten beter bewapend. De moerassen waren verdwenen en dus werden grote stukken land onder water gezet. De verdediging van de linie was in handen van Hans Willem van Aylva (1633-1691). Hij moest met een handjevol soldaten de enorme troepenmacht uit Münster zien tegen te houden. De bisschop wist dat en hij verwachte geen problemen toen hij zijn verkenners vanuit Steenwijk naar de Friese Waterlinie stuurde.

Echter, Van Aylva verzon een list. Hij liet zijn kleine legertje in een razend tempo van de ene schans naar de andere trekken. Dat gebeurde zo snel dat de Duitse verkenners bij elke schans een troepenmacht tegenkwamen en zo het idee kregen dat er een enorme Friese legermacht klaar stond. Wat volgde, was een serie schermutselingen langs de waterlinie, waarbij het Van Aylva telkens lukte de Duitse aanval af te slaan. De waterlinie hield Bommen Berend ruim een jaar tegen. De Zwartendijksterschans werd echter niet aangevallen, dankzij een goed functionerende Hollandse waterlinie, die de Franse legers op afstand houdt.

In augustus 1673 tenslotte brak de linie bij de Blesbrugeschans. De Duitse troepen rukten in razend tempo op naar het noorden en stonden al snel bij Wolvega. Op 29 augustus van dat jaar bewees de Waterlinie echter opnieuw zijn nut. Een razende noordwesterstorm joeg het water van de Linde op tot ver buiten zijn oevers. De terugweg naar de vesting Steenwijk was geblokkeerd en de aanvoerlijnen waren afgesneden. De Duitse troepen kozen het hazenpad, op de hielen gezeten door het Friese leger. Talrijke soldaten verloren daarbij het leven, soms door een Friese kogel, vaker nog door verdrinking. Zo kwam een einde aan de aanval van Bommen Berend op Noord-Nederland.

Verval van de schans – heden

Nadat ook deze oorlog is afgelopen hoeven er geen soldaten meer in de schans te blijven. Er gaat een bewaker wonen die erop let dat de schans niet wordt vernield. In de loop van de 18e eeuw is ook de schansbewaking niet meer nodig omdat de schans niet meer als verdedigingswerk gebruikt wordt. De schans wisselt daarna vaak van eigenaar en raakt in verval.

In 1980 wordt het verdedigingswerk hersteld en teruggebracht in de vorm zoals hij er in 1673 uit heeft gezien. De aarden wal met de vier bastions en de gracht, die de schans omringde, zijn duidelijk te herkennen. De gracht staat regelmatig droog, omdat de grondwaterstand in het aanliggende gebied in de loop der tijd ingrijpend is gewijzigd. In 2002 zijn de gracht en de brug hersteld. Het was toen eigendom van stichting Oud Drenthe. Bij het opheffen van deze stichting in augustus 2009 werd het eigendom overgedragen aan de Stichting Het Drentse Landschap.

Schans Portugal

Ten oosten van het dorp Een heeft nog een schans gelegen; de Schans Portugal. Dit verdedigingswerk zou in 1584 (tijdens de Tachtigjarige Oorlog) door de Spaanse tegenstander Verdugo zijn gebouwd aan de Oude Norgerweg. De naam ‘Schans Portugal’ heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat Philips de Tweede in 1580 ook koning van dit land was geworden.

In juni 1585 speelt deze schans een rol bij een poging om de stad Groningen in Staatse handen te krijgen. In het boek ‘Van Eden tot Heden’ staat in hoofdstuk 3 ‘De Eener Schansen’
een mooi stuk beschreven over dit voorval.

Van de Schans Portugal was omstreeks 1900 al niet veel meer over. De grachten waren nog zichtbaar maar de wallen vervallen en grotendeels in de gracht gestort. De noordzijde van de schans was afgegraven om de Eenerdijk op te hogen. Helaas zijn er dus geen overblijfselen van deze schans. De straatnaam “Schans Portugal” herinnert nog aan dit bolwerk en de naam van de MFA: De Schans.