13. Opinie Jan Klinkenberg – Norger Courant 8 juni 2021

IMG GOOIT VOOR ONZE REGIO HET ´WETTELIJK BEWIJSVERMOEDEN´ IN DE VUILNISBAK

Als mijnbouwschademelder bij de UGS Norg was het een uiterst welkome steun in de rug, dat we in een later stadium onder het Groningen‐protocol gingen val­len. Terecht en logisch, omdat we via de gigantische Norgron‐pijpleiding gelinkt zijn aan het Gronings gaswinningsgebied. En wij intussen ook geconfronteerd worden met een mijnbouw­schade‐ellende die ´Groningse´ proporties heeft aangenomen. Het zogenaamde Wettelijk Be­wijsvermoeden (voortaan afge­kort tot WB) was daarbij een groot goed. Als de schade­melder op de UGS woont of bin­nen 6 kilometer, dan gold het WB. Het wordt ook wel aange­duid als “de omgekeerde bewijs­last”.

Vroeger moest je het als indivi­duele schademelder opnemen tegen de NAM. De bewijslast lag geheel op zijn schouders. Het is de NAM jarenlang gelukt schade­meldingen rigoureus en ongefun­deerd van tafel te vegen. Pas toen de NAM ten langen leste uit de schadeafhandeling werd ge­haald, kwam er een kans op een fatsoenlijke en eerlijke schadeaf­handeling. Dit kwam dus met de oprichting van de TCMG (maart 2018), nu omgedoopt tot IMG.

Trillingstool is bij de UGS Norg verkeerd gereedschap
Het is de laatste jaren verspilde moeite gebleken om het IMG te overtuigen van de specifieke problematiek van de gasopslag bij Norg. De omgeving wordt ge­confronteerd met cylische bodembeweging door het voort­durend injecteren en oppompen van gas. En dit gepaard met steeds hogere werkvolumes en onverantwoord verruimde werk­drukken. De omgeving gaat 2 tot 4 cm. omhoog en omlaag. En met trillingen na aardbevingen in het Groningen‐veld heeft onze schade weinig of niets te maken. Het door het IMG geïntrodu­ceerde “trillingstool” om sinds zomer 2020 veel schademeldin­gen in onze regio af te wijzen is ook een onzinnige handelswijze. Toch volhardt het IMG hierin. Ze voelen zich gesterkt door een on­voldragen en onvolkomen onder­zoek van drie mijnbouwkundigen uit de “Delftse mijnbouwschool”.

Tekortschietend onderzoek en de “onafhankelijke”(?) Delftse school
Het is niet onbelangrijk te mel­den, dat al tientallen jaren er zeer nauwe banden bestaan tussen de subfaculteit mijnbouwkunde te Delft en de Shell en de NAM. Het is vanouds een Delftse spring­plank voor mijnbouwkunde‐stu­denten richting Shell en NAM en eventueel de rest van de olie‐ en gasindustrie. Er is een sterk “ons‐kent ons‐klimaat”, men houdt el­kaar de hand boven het hoofd en vormt een hecht “olds‐boys‐net­work”. Al te nauwe banden tus­sen universiteit en bedrijfsleven kan natuurlijk een gevaar zijn voor onafhankelijk wetenschap­pelijk onderzoek. Het rapport van de 3 mijnbouwkundigen is in de eerste plaats onvolledig en zwak, door de slechte, te smalle onderzoekvraag van het IMG. Ze beperkten de vraag tot : kan diepe bodembeweging leiden tot directe mijnbouwschade. Bij deze twee bijvoeglijke naamwoorden zitten adders onder het gras. Het IMG vroeg niet om een studie naar bodembeweging in de bo­vengrond en vergat ook indirecte schade te laten onderzoeken. On­begrijpelijk, dat ze na een zo on­toereikend onderzoek, zo’n drastisch besluit gaan nemen. Maar de niet‐onafhankelijke sta­tus van de Delftse MB‐school en de al te warme connectie met Shell en dochter NAM, is zeker ook een kwestie om in het achter­ Groningen) het WB niet meer te gaan toepassen.

De term randge­bieden is gebaseerd op het trillingsverhaal vanuit het Gro­ningse gaswinningsgebied. Met name gaat het om gemeten trillin­gen na de aardbeving van Hui­zinge (2012). Een onzinnige afbakening, want toen waren er in ieder geval bij de UGS Norg nauwelijks schademel­dingen. Die beginnen vooral vanaf 2015. En ze exploderen vanaf eind 2019, als de NAM door het Rijk wordt toegestaan nog schamen. Het is opgericht om het geschonden vertrouwen bij gedu­peerden/ melders van mijnbouw­schade te herwinnen. De missie van het IMG luidde: “een recht­vaardige, ruimhartige, onafhanke­lijke en voortvarende schadeafhandeling”.

Vergaande willekeur
De bestaande afhandeling van schades was altijd al een van ver­gaande willekeur. Maar de nu voorgenomen praktijk (met de voor onze regio onzinnige tril­lingstool alles af te wijzen) gaat hoofd te houden… Intussen zijn er rond de UGS meer dan 11.000 schademeldingen. Geen woord daarover via de Delftse onderzoekers, die na wat literatuuronderzoek en het “spe­len met computermodellen” vanaf hun bureau concluderen dat er geen kans op directe schade aan woningen zou zijn.

Hun modellen vinden zij kennelijk belangrijker dan de werkelijkheid. De redeneertrant lijkt: onze mo­dellen zeggen: er is geen kans op schade, dus er is geen schade! Dit is toch wel erg arrogant en kort­zichtig… Dit lijkt me geen reclame voor de TU Delft. Tenslotte: mijn­bouwkundigen hebben tientallen jaren helaas de NAM ondersteund in de theorie dat bodembeweging in Groningen niet kon leiden tot schade aan huizen of infrastruc­tuur. Nu lijkt een aantal van hen voor Drenthe hetzelfde pad nog eens te willen gaan bewandelen. Het is nauwelijks te geloven!

Onverantwoorde mijnbouw-prak­tijken
Per 17 mei heeft het IMG besloten in twee randgebieden (Noord­west Drenthe en Zuidoost veel intensiever de gasopslag te exploiteren. En de NAM heeft alweer (opslag)plannen klaar liggen om werkvolume en werkdrukken nog verder te gaan verhogen. Met het voornemen ook importgas in de UGS op te gaan slaan, wordt de permanente “druk” op de UGS nog groter. Zo lang de NAM van de landelijke overheid de ruimte krijgt op deze onverantwoorde manier mijnbouw te plegen, zal het aantal schademeldingen al­leen maar verder toenemen. Ei­genlijk is schadeherstel dus “dweilen met de kraan open”!…

Wettelijk Bewijsvermoeden tot lege huls verklaard.
Nu het IMG dit controversiële be­sluit heeft genomen rond de UGS niet meer toe te gaan passen, moet een schademelder zelf weer de bewijslast gaan leveren. En IMG‐voorzitter Kortmann voegde er op de persconferentie nog fijn­tjes aan toe, dat dat voor de mel­der vrijwel onmogelijk zou zijn. Dit is een enorm aantal stappen achteruit in de tijd. En een besluit waar het IMG niet trots hoeft te zijn. Of beter geformuleerd: het IMG zou zich ernstig moeten regelrecht tegen deze missie in.

In juridische zijn is het maar de vraag of het IMG zo maar kan be­sluiten om het WB niet meer toe te passen. Zij veegt niet alleen het advies van het zogenaamde Panel van deskundigen (jan. 2019) van tafel, maar stelt ook gewoon een wet buiten werking. Het WB staat in het Burgerlijk Wetboek (artikel 177 A) en deze noemt met name de regio’s “Groningen” en “Norg”. Verder is er een Wet Bewijsvermoeden Gaswinning Groningen, waarin het WB verder is uitgewerkt. En tenslotte is er een Tijdelijke Wet Groningen. Het buiten werking stellen van een wet moet toch aan de wetge­vende macht overgelaten wor­den?! En ook al werken er zo’n 150 juristen bij het “onafhanke­lijke en zelfstandige bestuurs­orgaan”, het is toch echt niet aan het IMG, om een wet niet meer toepasbaar te verklaren…

Tijd voor tegenkrachten
Het tot de orde roepen van het IMG, kan uiteindelijk slechts ge­beuren door de landelijke over­heid. De grote vraag is hoe de Tweede Kamer gaat reageren op de actualisatie van de Tijdelijke Wet Groningen op 1 juli aan­staande. Positief is, dat er sinds kort door betrokken provincies (Gedeputeerde Staten van Gro­ningen en Drenthe) en 11 betrok­ken gemeenten gezamenlijk wordt opgetrokken.

Buitengesloten
Op 13‐04‐2021 schreven ze al een indringende brandbrief naar het IMG om dit besluit vooral niet te gaan nemen. Nu het IMG ijzeren‐heinig hier wel toe over is ge­gaan, zullen ze ongetwijfeld weer in het geweer komen.

Werden schademelders in Dren­the al om onverklaarbare rede­nen buitengesloten van verscheidene IMG‐regelingen (bijvoorbeeld de Waardedalings­regeling en straks de Smarten­geldregeling), nu worden ze door het IMG enthousiast nog verder het “moeras ingedrukt”. Het motto “rechtvaardige scha­deafhandeling” is voor Drenthe wel heel ongeloofwaardig gewor­den.

Follow the Money:
De randgebieden van het aard­bevingsgebied (de kop van Drenthe rondom Norg, en een stuk van Oost‐Groningen bij Stadskanaal) vallen vanaf nu buiten het effectgebied. Onder­zoek van TNO en de TU Delft heeft volgens het IMG onom­stotelijk aangetoond dat de diepe bodemdaling in randge­bieden geen directe schade kan veroorzaken aan huizen. De 1500 huishoudens die nog op een beoordeling van hun scha­demelding wachten, hebben in­middels een teleurstellende brief ontvangen: ze krijgen geen schadevergoeding. Dat terwijl er in dezelfde dorpen 700 huiseigenaren al wel een vergoeding hebben gehad. Zij hadden geluk.

Voordat het nieuwe TNO‐onder­zoek werd uitgevoerd, kon het IMG mijnbouw als oorzaak van de schade niet uitsluiten en dus kregen die 700 een vergoeding. ‘Je kunt wel een nieuwe rege­ling maken, maar daar los je het probleem van de willekeur niet mee op’

Boos om de willekeur
‘Ik erger me kapot,’ briest Linda de Boer uit Zevenhuizen, vlakbij de gasopslag Langelo. Haar schademelding was eerder al af­gekeurd, terwijl haar buurman met een soortgelijk huis en ver­gelijkbare schade 20.000 euro kreeg, zoals ze eerder ook aan EenVandaag vertelde. Die buren hebben geluk gehad.

De Boer: ‘Het was al een soort loterij en dat is het nu nog steeds, want er was een duidelijke regeling, maar die werd niet gevolgd door de des­kundigen en het IMG toetste er niet op. Dan kun je wel een nieuwe regeling maken, maar daar los je het probleem niet mee op. Dat is wat ik zo treurig vind. Ik ben vooral ook heel boos om die willekeur.’