Knieperties en Rollegies

Een traditioneel gebruik met de jaarwisseling is in Drenthe het bakken van knieperties en rollegies. Knieperties (knijpertjes) worden gebakken van een deegbolletje dat in een wafelijzer wordt gelegd, dat wordt dicht geknepen. Dat ijzer werd lang geleden verhit in een open vuur, het is een soort grote tang. Rollegies (rolletjes) worden op dezelfde manier gebakken, maar van beslag en direct na het bakken opgerold. Anne Doornbos schreef ooit een recept voor Drenten met een vertaling voor de enkele inwoner die dat niet kan lezen en toeristen. Het werd eerder gepubliceerd in het boek ‘Een warme winter’ van het Drentse Boek (ISBN 978 90 6509 185 7).

Hoe maak ie rollegies?
Wat hej neudig: 400 gram suker, 500 gram bloem, 200 gram botter, 2 eier, hiet waoter, beetie zolt, theelepeltie kaneel. (genog veur krapan 100 rollegies).

Om te begunnen lös ie de suker op in hiet waoter, net zoveule dat de suker der under stiet. Laot de botter vergaon, maor niet te hiete! Ruur het deur mekaar, fossel de eier (zonder de doppen, holheufd!) derbij en schoef de bloem der geliekmaotig deurhen. Zolt en kaneel derbij. Dan kuj vortdaolijk lös, al kuj ok even wachten tot het wat ofkoeld is. As het beslag te dik wordt, evenpies wat hiet water derbij om het weer dun genog te kriegen. Het mut as stroop van de lepel oflopen.Maok het iezer hiete (zo’n elektrische Hörnchenautomat uut Duutslaand is der slim geschikt veur) en an’t bakken! Metien oprollen as der iene klaor is. Ze bent klaor as de kleur tegen bruun worden an zit. Wit is niet goed, dan bent ze nog niet gaor. Een rond stokkie is mooi zat!

Hoe vervaardigt u een traditionele nieuwjaarstraktatie naar Oud-Drents gebruik, het zogenaamde rolletje?
Overzicht van ingrediënten: 400 gram witte basterdsuiker, 500 gram tarwebloem, 200 gram roomboter, 2 scharreleieren, warm water, een mespunt zout, een theelepeltje kaneel. (genoeg voor bijna 100 rolletjes).

Verhit water in een blauwe, geëmailleerde steelpan. Giet het warme water (61-72º C) op de suiker, zodat de suiker, onder licht roeren met een beukenhouten pollepel, oplost. Smelt de roomboter vervolgens, en wel zo dat de boter niet te heet wordt. (Bruin is te heet, opnieuw beginnen!) Voeg het suikerwater en de warme boter voorzichtig, doch vastberaden samen. Zout en kaneel erbij doen. Voeg de eieren toe (de enkele halve zool die denkt dat dit met schaal en al moet, kan nu wel ophouden). Als u zonder uw vingers te branden tot hier bent gekomen kunt u de bloem in porties van ca. 50 gram door het mengsel spatelen. Het aldus verkregen beslag dient vervolgens een nacht koel te staan, bij voorkeur onder het dichtstbijzijnde hunebed. Als er geen hunebed in de buurt is, is een hooizolder ook goed. De volgende morgen maakt u het beslag weer vloeibaar met heet water. U verhit nu een gietijzeren wafelijzer van vòòr 1920 in de open haard. Giet een lepel beslag (ca. 12,3 gram) op het (opengeklapte!) ijzer, klap het dicht en steek het weer in het vuur. Als u denkt dat het koekje gaar is, klapt u het ijzer open en verwijdert het koekje (niet met de handen svp). Onmiddellijk daarna rolt u het om een essenhouten stokje, lengte ca. 30 cm (anders verbrandt u uw vingers alsnog) en een doorsnede van ca. 1,2 cm. Na oprollen verwijderen. Als het beslag op is, bent u klaar voor de nieuwjaarsvisite!

Bedankt Anne! Veul heil en zegen! Fijne jaarwisseling alvast allemaal!